Om alle functies van deze website goed te laten werken, maken we gebruik van cookies. Meer informatie.
Toestaan
Het verhaal De sigaren van de farao werd van 1932 tot 1934 met de titel De avonturen van Kuifje, reporter in het Oosten gepubliceerd in Le Petit Vingtième. In 1934 verscheen het als zwart-witalbum.
Kuifje wordt door zijn krant Le Petit Vingtième voor een reportage naar het Oosten gestuurd, waar hij kennismaakt met de egyptoloog Philomenus Siclone, een ontmoeting die hem naar Egypte zal brengen, tot aan de graftombe van farao Kik-Oskh. Helemaal buiten zijn wil om wordt onze held zo geconfronteerd met wapen – en opiumsmokkel. Zijn avonturen brengen hem achtereenvolgens naar Arabië en Indië, naar het fictieve koninkrijk van Rawhajpoutalah. Er ontspint zich een intrige met allerlei vloeken, geheime vennootschappen en gevaren, doorspekt met een lichte en humoristische toets van de hand van Hergé.
Dit album – het vierde in een reeks van verhalen in zwart-wit die later werden ingekleurd – bevat een onuitgegeven kleurenpalet dat de verbeelding van de lezer stimuleert, maar toch Hergés oorspronkelijke lijnen en zwarte vlakken respecteert. De artistieke geïnspireerde inkleuring van oude films werd door de coloristen als basis gebruikt. Zo wordt uitdrukking gegeven aan de luistervolle steden die Kuifje doorkruist, de weelderige jungle, de harmonie van de okertinten in de woestijn of de kleurscha-keringen van de Egyptische fresco’s.
Deze bewerking wordt voorafgegaan door een boeiend voorwoord van hergéoloog Philippe Goddin, waarin hij ons een exclusieve en deskundige toelichting geeft. Op de cover staat een vakje van de oorspronkelijke uitgave, aangepast aan het om-slagformaat.
