Om alle functies van deze website goed te laten werken, maken we gebruik van cookies. Meer informatie.
ToestaanAl 30 jaar brengt de stad Brussel op haar stadsmuren een eerbetoon aan roemrijke personages en auteurs van Belgisch-Franse stripverhalen. Uiteraard zijn Kuifje en zijn vrienden te zien in Brussel, maar er zijn in de stad ook nog heel wat andere (Kuifje-)pareltjes te spotten.
Als er één stad is waar je heen moet als stripfanaat, dan is het Brussel wel. De stad viert de 9e kunst, en tegelijk ook de 30e verjaardag van de Striproute.
Het verhaal van de Striproute startte begin de jaren ‘90, toen de Stad Brussel besloot de strijd aan te binden met de grote, lelijke reclameaffiches in het stadscentrum. Eens de affiches waren weggehaald, bleven er vervallen gevels over die aan restauratie toe waren. Zo werd de eerste stripmuurschildering een feit. In de loop der jaren werd een heel parcours uitgestippeld, en al gauw kwam ook Kuifje erbij.
Natuurlijk vinden we Kuifje en zijn vrienden terug op de gevels, maar ook een schat aan andere unieke plaatsen die iets met de jonge reporter te maken hebben. Wacht dan ook niet langer om ze te gaan ontdekken!
Terwijl je flaneert door de lanen van het Park van Brussel herken je vast landschappen uit De scepter van Ottokar. Het is overduidelijk dat Hergé hier inspiratie vond.
Het Koninklijk Paleis, waarvan de bouw werd afgerond in 1829, gebruikte Hergé als model voor de schets van het koninklijk paleis van Muskar XII, de koning van Syldavië, in De scepter van Ottokar.
In de gags van deze twee kwajongens vinden we ontegensprekelijk sporen van Hergés jeugdjaren in Brussel.
Een leuk detail: Quick en Flupke duiken op in een vakje van Kuifje in Afrika, en ook nog in De geheimzinnige ster.
Al sinds 1873 voelen brocante- en antiekverkopers zich thuis op het Vossenplein. Zo strijken er elke dag meer dan 500 kraampjes neer op de “Oude Markt”, met een ruime keuze voor professionals of liefhebbers die op schattenjacht zijn. Aan het begin van het avontuur Het geheim van De Eenhoorn gaat Kuifje naar de vlooienmarkt, waar hij stoot op de maquette van het schip De Eenhoorn, het decor voor zo veel mysteries.
Voor de honderdste verjaardag van Hergés geboorte kwam er een muurschildering in de buurt van het Zuidstation. De inspiratie hiervoor werd gehaald uit de zwart-witversie van het album Kuifje in Amerika, dat verscheen in 1932.
Aan de uitgang van het Zuidstation bevindt zich het “Kuifje-gebouw” van de Éditions du Lombard, gedurende verschillende jaren de uitgever van het Kuifje-weekblad. Vandaag is het een geklasseerd historisch monument. In 1958 kreeg de beeltenis van Kuifje en Bobbie een plaatsje boven op het Lombard-gebouw. Dat bord is intussen uitgegroeid tot een embleem van de stad Brussel.
Achter het fictieve adres Labradorstraat 26 schuilt in werkelijkheid Nieuwlandstraat 26, waar Hergé geregeld op bezoek ging bij zijn grootmoeder. Dit was ongetwijfeld de inspiratiebron voor het adres van de beroemde reporter vóór hij naar Molensloot verhuisde. Er bestaat vandaag wel degelijk een “rue du Labrador 26”, maar dan wel in Louvain-la-Neuve. Het is het adres van het Hergé Museum.
Op wandelafstand van Manneken Pis kan je een monumentale muurschildering bewonderen met Kuifje, Bobbie en Kapitein Haddock in De zaak Zonnebloem.
Een parcours zoals dit zou zijn naam niet waard zijn zonder een bezoekje aan de beroemde Kuifje-winkel in de schaduw van de Grote Markt.
In het Théâtre Royal des Galeries werd in 1941 de première opgevoerd van Tintin aux Indes ou le Mystère du Diamant Bleu ( Kuifje in Indië of het mysterie van de blauwe diamant, een toneelstuk met de personages van Hergé in een nooit eerder uitgegeven verhaal). Het is ook voor dit theater dat Hergé kennismaakte met Edgar-Pierre Jacobs, de geestelijke vader van Blake en Mortimer.
In Hotel Amigo kan je de Kuifje-signatuursuite boeken, waar gasten ondergedompeld worden in de wereld van de moedige reporter.
De Koninklijke Muntschouwburg was in 1948 een inspiratiebron voor Hergé. Je vindt er de binneninrichting van het Music-Hall Palace uit De zeven kristallen bollen, die ook geïnspireerd is op het Théatre des Galeries en het Théâtre du Parc.
Het Métropole-hotel is en blijft een van de mooiste hotels van Brussel. Het authentieke karakter ervan is volledig bewaard gebleven. Het gebouw was in al zijn grootsheid al te zien in De zeven kristallen bollen.
Deze statige villa vormde de inspiratiebron van Hergé voor de woning van professor Bergamot in De zeven kristallen bollen.
In het Museum Kunst & Geschiedenis vind je de mummie waarop Rascar Capac uit De zeven kristallen bollen en de Arumbaya-fetisj uit Het gebroken oor geïnspireerd zijn.
Hoewel geen enkel avontuur zich officieel hier afspeelde, is een omweg langs de Louizalaan de moeite waard om de architectuur te bewonderen die te zien is in verschillende Kuifje-albums. De Studios Hergé die in de jaren ‘50 opgericht werden, namen eerst hun intrek in nummer 164 en daarna in nummer 162.
Hergé woonde niet ver van de Sterrenwacht. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat die zijn rechtstreekse informatiebron was voor De geheimzinnige ster.
Aan het Cultureel centrum van Ukkel staat het originele standbeeld van Kuifje en Bobbie, op ware grootte. Het is een werk van de Belgische beeldhouwer Nat Neujean. Raymond Leblanc bestelde het om de 30e verjaardag van het Kuifje-weekblad te vieren.
Aan de eindhalte van metrolijn 1 word je verwelkomd door twee muurschilderingen met een heleboel personages uit de beroemde avonturen van de jonge reporter.
Hergé werd geboren in Etterbeek op 22 mei 1907. Hij ziet het daglicht in de Cranzstraat nr. 25. Dat adres hoef je niet meer op te zoeken, want de straatnaam is gewijzigd. Nu moet je naar de Philippe Baucqstraat nr. 33, waar je de herdenkingsplaat ziet die in 1986 opgehangen werd: “Hier werd Georges Remi, de geestelijke vader van Kuifje, geboren op 22 mei 1907.”
In huis nr. 17 in de Delleurstraat bedacht Hergé voor zijn sterpersonage Kuifje de gekste avonturen. Hij woonde er van 1939 tot 1953.
In het najaar van 1922 riep de Belgian Catholic Scouts zijn groepen op tot renovatie van de lokalen die zij ter beschikking hadden. De muurschildering waar we het hier over hebben, bevindt zich op het gelijkvloers van de woning naast de kapel. De groepsleider van de eenheid vertrouwde het project toe aan een zekere Georges Remi, de toekomstige Hergé, die op zijn 15e in het voorjaar van 1923 de decoratie afwerkte, samen met de scouts van zijn speltak. De ontpoppende artiest ontwierp friezen met een sjabloon van 35 galopperende ridders op één meter boven de grond, en afwisselend 52 Amerikaanse indianen en scouts op handen en knieën vlak tegen het plafond.
Dit café is al jarenlang een artistieke en literaire ontmoetingsplaats. Hergé was een vaak geziene gast in dit kroegje, net zoals Pierre Alechinsky, Louis Scutenaire en Jacques Brel.
Bij de hoofdingang van het station Brussel-Luxemburg loop je langs een monumentale muurschildering van de hand van Hergé, die ingehuldigd werd in 2009. Deze muurschildering, die verscheen in de krant Le Soir op 27 oktober 1932, beeldt onder andere Quick & Flupke en Jansen & Janssen af.
In het AfricaMuseum vind je een groot aantal attributen waar Hergé inspiratie uit haalde voor zijn tekeningen in Kuifje in Afrika. Er staan maskers, een prauw, speren en zelfs het kostuum van de luipaardman tentoongesteld!
Op het Saincteletteplein loop je agent 15 tegen het lijf, de beroemde politieman uit de avonturen van Quick en Flupke. In die reeks wordt hij het slachtoffer van honderden fratsen van de twee Brusselse bengels. Ook op het Saincteletteplein wacht hem een onaangename verrassing...
En op 30 minuten van Brussel is er het Hergé Museum.
* in samenwerking met Visit Brussels