Om alle functies van deze website goed te laten werken, maken we gebruik van cookies. Meer informatie.
ToestaanMet Michel Vaillant worden de lezers van alle leeftijden onmiddellijk in een ronkende wereld ondergedompeld. Nog voordat hij de geweldige autocoureur had gecreëerd, een held die hem beroemd zal maken, was Jean Graton een van de toonaangevende auteurs van het weekblad Kuifje. Zijn gevoel voor compositie en beweging was vooral duidelijk toen hij een cover voor het tijdschrift voor jongeren van 7 tot 77 jaar creëerde.
Wie, onder de lezers van het tijdschrift met de beeltenis van de beroemde verslaggever, is door de jaren heen niet verleid door de harmonie en grafische evolutie van zijn coverillustraties?
Begin oktober 2018 worden deze prachtige grafische werken opnieuw bijeengebracht op initiatief van de Stichting Jean Graton en in samenwerking met het bedrijf Moulinsart. Ze zullen in de vorm van posters gerealiseerd worden en op een heel mooi Magno Volume-papier van 250 g/m2 geproduceerd worden. De oplage is tot vijfhonderd genummerde exemplaren beperkt.
Ontdek Michel Vaillant HIER (FR)
Laten we meteen al benadrukken dat deze editie een echt succes is! En terecht: de initiatiefnemers van het project hebben de twintig mooiste covers van het weekblad Kuifje geselecteerd die Jean Graton tussen 1953 en 1969 heeft getekend. Als het allemaal niet om Michel Vaillant gaat dan zijn de autosport en de beweging hoe dan ook alomtegenwoordig.
(Video in het Frans)
Deze zeer speciale editie is een eerbetoon aan het talent van de kunstenaar uit Nantes die deze zomer zijn 95e verjaardag heeft gevierd. Voor zo een grote meneer van de 9e kunst, nemen wij onze hoed af! Zijn universum, afgebeeld op deze prachtige posters, zal zeker diegenen die op mechanische machines verzot zijn en al degenen die houden van de vintage, van de jaren 1950 en 1960 verleiden.
Voor de gelegenheid biedt het journaal Tintin.com alle lezers een ongepubliceerd interview met de tekenaar uit 1971, terwijl Michel Vaillant in het weekblad Kuifje verscheen.
Jean Graton, hoe bent u een striptekenaar geworden?
Heel laat en een beetje toevallig. Ik heb me helemaal niet voorbereid op het maken van stripverhalen. Ik maakte reclame. Ik was toen 23, ben uit Frankrijk vertrokken om me in België te vestigen en gezien ik hier nieuwe reclameklanten wou aantrekken, ging ik naar het World Press-bureau. Daar werd ik ontvangen door Jean-Michel Charlier die me, na het bekijken van mijn reclametekeningen, adviseerde om me op het stripverhaal toe te leggen. Ik volgde zijn advies op en ging bij Robbedoes werken. Dit was eigenlijk mijn debuut in de strips en anderhalf jaar later maakte ik de overstap naar het weekblad Kuifje.
Uw debuut bij Robbedoes bestond voornamelijk uit complete verhalen ...
Ja, ik tekende voor de serie 'Oom Wim' (Oncle Paul) op basis van de scenario's van Octave Joly. Ik ben dus met hem begonnen. Maar vanaf de dag dat ik bij Kuifje kwam werken, heb ik de scenario’s zelf geschreven. Bij Kuifje begon ik met sportverhalen omdat dit het gebied was waar ik mezelf het best in voelde, ik realiseerde eerst complete verhalen en lanzaam aan kwam ik bij de autosport.
Ik merk nu dat er in de verhalen over Michel Vaillant steeds meer echte piloten verschijnen. Vormt dit geen probleem omdat u bij het team van Vaillant coureurs laat racen die eigenlijk van een ander team deel uitmaken?
Nee, het levert niet veel problemen op. Hoe dan ook, ik ben aan het ene of het andere merk niet gebonden. Ik heb volledige vrijheid. Als u veel Ford in mijn verhalen ziet, dan komt dat omdat Ford de eerste was die geïnteresseerd was in wat ik aan het doen was en niet om er enig voordeel uit te halen, maar Ford heeft me gewoon een plezier gedaan. Ze hebben me veel documentatie en faciliteiten gegeven om verschillende races te zien. Op een dag in een van mijn verhalen, Le cirque infernal (Het helse circus) - een verhaal over een deelname aan de stockcar-races - las ik zorgvuldig het reglement en ontdekte dat deze races aan Amerikaanse auto’s voorbehouden waren. De Vaillant-renstal kon hieraan niet alleen deelnemen. Ze moesten samen met een Amerikaans merk aan deze race deelnemen. Ik dacht aan Ford omdat Ford veel aan deze stockcar-races deelnam en ze hebben me heel goed gedocumenteerd. Aangezien er Matra-Fords, Brabham-Fords zijn, waarom zou er dan geen Vaillante-Ford zijn? Uiteindelijk vond ik het heel goed om een echt merk met de Vaillant-renstal te kunnen combineren. Dat heb ik dus gedaan en daarna vonden ze het erg aardig van me en waren ze steeds bereid om me te helpen. Ford nodigde mij uit naar de Verenigde Staten, naar Detroit, om er de Ford-fabrieken te bezoeken waar ik uiteraard zeer goed ontvangen werd.
Er is dus geen probleem betreffende de publiciteit, een automerk, of een racer. Ik teken de piloten die ik wil; ik vraag hen of ze het er mee eens zijn en over het algemeen accepteren ze dat.
U zei dat u vanuit een commercieel oogpunt niet met een bedrijf verbonden bent, maar in Michel Vaillant, in vergelijking met de eerste verhalen, verschijnt er meer en meer reclame ...
Als ik een Michel Vaillant in een overall teken met niets erop dan komt hij niet als een echte piloot over... Het is algemeen geweten dat de reclame me in totaal zes flessen cognac en een sleutelhanger heeft opgebracht; het is het enige dat ik in ruil heb gekregen voor de reclame die ik gemaakt heb, behalve de uitnodiging van Ford en de steun van Ford voor de Club Vaillant - maar dat is niet voor mij. Weet u, wanneer ik Le Mans en de Dunlop-band teken, teken ik de Dunlop-band; een autocircuit zonder reclame is niet mogelijk. Of er is de Dunlop-band en als er dus geen reclame wordt gemaakt dan kunnen we er "Delap" van maken. Het zou gewoon gek zijn en iedereen zal toch weten dat het Dunlop is. Nee, vanaf het begin heb ik kleur bekend en gezegd dat de reclame erin zal voorkomen zoals ze werkelijk is.
Om van onderwerp te veranderen, vraag ik u, wat drijft u om de slechteriken meer sympathiek of minder onsympathiek te maken?
Maar nee, dat is het niet; wat ik betreur, is dat ik er echt niet kan voor zorgen dat mijn slechteriken slecht blijven. Er is altijd een wil aanwezig om mijn slechte personages eens vast te pakken om ze te troosten en er goede personages van te maken. Dit is wat er met Régis Blancardo, onder andere, gebeurde. In een van mijn eerste verhalen, lijkt hij een slechterik te zijn, daarna (Zie “ Tocht door de nacht” en “De waaghalzen”) voelt men bijna medelijden met hem en men hoopt dat hij ermee wegkomt.
Hoe ziet u de toekomst van de familie Vaillant? Loopt de kleine Jean-Michel (Jean-Michel is de zoon van Jean-Pierre Vaillant) niet het risico om een bepaalde rol te gaan spelen?
Hij is daarvoor ontworpen omdat ik heel realistisch ben en tegen mezelf zeg dat Michel Vaillant ooit op een dag zal trouwen en een beetje minder aan de races zal deelnemen. Ik zou graag de kleine Jean-Michel in de verhalen een beetje vaker willen zien omdat hij ook groeit. Jean-Pierre zal dan zeker na verloop van tijd wel wat grijs haar hebben, de anderen zullen langzaam verouderen en het is mogelijk dat we nadien de carrière van een nieuwe kampioen zullen zien door alles vanaf het begin over te nemen. Zal ik dat doen, ik weet het nog niet; over tien jaar heb ik misschien genoeg van het tekenen. U spreekt over de toekomst van Vaillant: ofwel zal ik Vaillant voortzetten en dan zal ik iets minder werken, of ik zal een studio uitrusten zodat we Vaillant kunnen voortzetten; maar nu weet ik het nog niet.
Interview door Michel Vandenbergh
In totaal worden twintig posters van Graton (70x50) aan u voorgesteld - Lot van 20 ansichtkaarten die worden aangeboden bij de aankoop van een poster!